Onderwijsprogramma

Uitstroomprofielen en leerroutes

Het speciaal onderwijs (so) kent drie richtingen. Deze richtingen heten uitstroomprofielen. Voor elke leerling stellen we een ontwikkelingsperspectief vast dat hierop aansluit. Soms is daarnaast een (tussentijdse) overstap naar een reguliere school mogelijk, met passende ondersteuning. We sluiten hiermee aan op het landelijk doelgroepenmodel van de sectorraad voor gespecialiseerd onderwijs.

Voorbereid op de toekomst

Op onze school bereiden we leerlingen voor op uitstroom naar:

  • Voortgezet speciaal onderwijs (vso) met uitstroomprofiel dagbesteding. Deze leerlingen volgen (meestal) leerroute 1 en 2.
  • Voortgezet speciaal onderwijs (vso) of praktijkonderwijs (pro) met uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht. Deze leerlingen volgen leerroute (meestal) 3, 4 of 5.

Verschillende leerroutes

Welke leerroute het beste past, hangt af van verschillende factoren. Zo kijken we bijvoorbeeld naar IQ, intensiviteit van ondersteuningsbehoeften, sociaal-emotionele ontwikkeling en schoolse vaardigheden. Daarbij houden we rekening met de individuele bevorderende en belemmerende factoren van de leerling.

Leergebieden

Dit zijn de landelijk vastgestelde leergebieden in het speciaal onderwijs:

  • Nederlandse taal
  • Rekenen
  • Oriëntatie op mens en wereld
  • Bewegingsonderwijs
  • Kunstzinnige oriëntatie
  • Leergebiedoverstijgende doelen: zintuiglijke en motorische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en ‘leren leren.’
  • Engels: voor kinderen die hoog in leerroute 3 en in leerroute 4 werken, met waarschijnlijke uitstroom naar arbeid.

Onderbouw

In de onderbouw is het onderwijsprogramma vooral gericht op het ontwikkelen van interesses, werkhouding en zelfredzaamheid en op voorbereidend rekenen en lezen.

We stimuleren leerlingen op de volgende gebieden:

  • Zelfredzaamheid: aan- en uitkleden, eten en drinken, naar het toilet gaan.
  • Werkhouding: taakgerichtheid, een opdracht beginnen, volhouden en afmaken.
  • Spelontwikkeling en sociale ontwikkeling: naast en met elkaar spelen, gevoelens uiten, luisteren naar elkaar en naar een verhaal.
  • Taalontwikkeling: uitbreiding van de passieve en actieve woordenschat, het uitvoeren van kleine opdrachten.
  • Cognitieve ontwikkeling: het leren met ontwikkelingsmaterialen, het leren van eenvoudige begrippen.
  • Motorische ontwikkeling: bewegen op muziek, vrij spel, gymnastiek en zwemmen.

Daarnaast is er veel ruimte voor muziek en creatieve vakken, zoals drama en spel en beweging. We maken het dagritme overzichtelijk met pictogrammen en foto’s en we gebruiken een speciale klok, de Time Timer.

Midden- en bovenbouw

In de midden- en bovenbouw bouwen we voort op de ontwikkeling van de leerlingen. Daarnaast besteden we meer tijd aan cognitieve vaardigheden. De schoolse vaardigheden die we aanleren, zijn Nederlandse taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en ‘leren leren’. We zorgen dat het onderwijs aansluit bij de behoeften van een leerling.